Kapbeleid

In onze tuin moest vorige week een enorme berkenboom gekapt worden in verband met te vernieuwen rioolbuizen. De boom was bijna een halve eeuw oud, de stam rijkelijk begroeid met klimop en vele vogels vonden er een schuilplaats en toevluchtsoord. Hoe jammer. Het kappen van bomen vind ik iets dramatisch, een oneerlijke strijd. Een halve eeuw groeien om dan in een paar uur in stukken gezaagd roemloos ter aarde te storten. Kerngezond was hij, onze vertrouwde oude berk.


De totale voorraad levend plus staand dood hout in het Nederlandse bos neemt jaarlijks met bijna 1 miljoen m3 toe. De voorraad levend hout in het Nederlandse bos is de afgelopen 10 jaar gestegen van bijna 195 m3 naar bijna 217 m3 per hectare in 2012-2013. Dood staand hout is toegenomen van 3,6 naar 6,4 m3 per hectare. Dit zijn gegevens die ik vond op www.compendiumvoordeleefomgeving.nl
De gegevens zijn van 2013.

Nederland kent een Boswet. Die wet heeft tot doel het vaderlandse bosgebied in stand te houden. Regels in de boswet schrijven bijvoorbeeld voor dat er een melding gedaan moet worden als iemand van plan is in een bestaand bos, een houtsingel of een houtwal  te gaan kappen. En dat er een verplichting bestaat om binnen drie jaren na het kappen de bomen te vervangen door nieuwe; herbeplantingsplicht heet dat.


Maar hoe staat het met het kapbeleid buiten het bosgebied? De Boswet geldt niet voor bomen buiten het bos. Maar ook gemeenten hadden tot voor enige jaren de verplichting tot herbeplanting na het kappen van bomen. Wilde een particulier een boom of meerdere bomen kappen dan moest  hij daar een kapvergunning  voor aanvragen. Zo’n vergunning kostte de burger aardig wat, het verschilde in elke gemeente maar het kon oplopen tot honderden euro’s. De bedoeling van deze regel was dat er toezicht gehouden  kon worden op het bomenbestand in de diverse gemeenten.

In 2012 echter werden de regels aangepast en verviel de plicht om een voorgenomen kap te melden en er een vergunning voor aan te vragen. Om te voorkomen dat er nu waardevolle en fraaie bomen uit het stadsbeeld zouden verdwijnen, werden er door gemeenten lijsten samengesteld van bomen die behouden moesten blijven.

Hoe gaat het echter in de praktijk! Binnen de bebouwde kom van steden gaat het mis met de hoeveelheid bomen doordat er steeds meer gekapt wordt en steeds minder herplant. Het is echter bewezen dat bomen van groot belang zijn voor mens en woonomgeving. In een groene buurt blijken minder inbraken voor te komen, voelen mensen zich prettiger en het groen is belangrijk voor de biodiversiteit. Vooral de grote steden in ons land lijden een verlies van bomen. De kastanjeziekte heeft landelijk al de helft van het aantal bomen aangetast en die zullen verdwijnen. Het grote Rotterdam heeft afgezien van 100% herkap van zieke en dode bomen en volstaat voortaan met 70%. Dat zal een drastische afname betekenen van het aantal bomen in de stad. En dat terwijl juist Rotterdam de meest vervuilde stad van het land is.


En neem Groningen, maar liefst 2000 bomen is de stad in 2014 kwijtgeraakt. Van herplant komt niet veel terecht. Ook in mijn eigen dorp verdwijnen bomen. Al snel wordt besloten dat ze te lastig zijn, dat ze de tegels van de trottoirs opduwen, dat ze teveel schaduw geven. Nog maar kort geleden kwamen bewoners in een van onze gemeentelijke dorpen in opstand omdat iemand een beeldbepalende leilinde gekapt had, een die nota bene op de lijst van beschermde bomen stond. De eigenaar wist dat niet, vroeg dus ook geen kapvergunning aan.

Het zou goed zijn als eens inventarisatie gedaan zou worden naar het landelijk verdwijnen van stadsbomen. Waarschijnlijk zou het een schrikbarend aantal opleveren. Vanwege de bezuinigingen waar elke gemeente mee te maken heeft, zijn al overal perken leeggehaald en vervangen door saaie grasveldjes die makkelijk gemaaid kunnen worden. Het bomenbestand lijkt het  volgende slachtoffer te worden.



9 maart 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten