Nostalgie

Oma, weet je nog hoe we vroeger altijd liedjes zongen in de auto, als jullie ons weer naar huis brachten? En weet je nog dat je heel veel van die liedjes zelf maakte? Hoe ging het nou ook weer over die krokus? We zitten weer in de auto, nu op weg van Den Haag naar huis en ik begin het liedje te zingen: “een krokus en een hyacint staan te wiegen in de wind”. O ja, zegt ze en begint meteen luidkeels mee te zingen. En hoe was ook alweer dat andere liedje, het begon met “we zitten in de auto”. Ook dat ga ik voor haar zingen: “we zitten in de auto op weg naar Rijkerswoerd. We hebben onze oma en opa weer gevloerd”. Ze schatert het uit en zegt: weet je dat we die liedjes ook in de klas zongen, en dat de hele klas het liedje van de krokus toen ging leren?



Oma weet het nog als de dag van gisteren, waar bleef toch de tijd. Zelf was ik een moeder van een generatie die gewoon moeder mocht zijn, die er altijd was als de kinderen uit school kwamen, altijd een luisterend oor had en een pleister en een kusje voor kapotte knietjes. Vaak hebben onze kinderen gezegd later hoe bevoorrecht zij eigenlijk waren vergeleken met kinderen van de huidige gehaaste tijd. Onze dochter was van de volgende generatie waarvan beide partners moesten werken; de hypotheek moest immers betaald worden en die was niet mis! Zo werden wij van ouders opeens oppasouders en we vonden het heerlijk. Het bos lag achter de deur en als het maar even kon gingen we er op uit. Zakken vol eikels werden verzameld en stokken mee naar huis gesleept. Jongetjes hebben altijd wat met stokken. Uren zaten ze bij de vijver slakken uit het water te halen. Die werden in schaaltjes gedaan en bij elk schaaltje kwam een naam voor de slak. Ze leerden hoe watersalamanders er uitzagen, zwijnen en herten in het bos, en in het voorjaar schepten ze dril uit opdrogende plassen en werden emmers vol toekomstige kikkers bij ons in de vijver gedumpt. We bouwden nestkastjes en voederplankjes en zo leerden ze spelenderwijs de namen van een heleboel vogels.



Veel is er niet van blijven hangen, geloof ik, nu zijn het de iPad, de mobiel en de computer die hun belangstelling hebben. Want inmiddels groeiden ze op als kool en als ze nu bij ons komen, komen ze op visite. Ze vragen niet meer of ze naar het bos mogen en onze kleinzoon zegt nu tegen zijn grootvader “opa, zal ik Linux voor je op je laptop zetten, dat werkt veel plezieriger dan Windows”. Achttien is hij nu, en onze kleindochter alweer zestien jaar. Ik vertrouw er maar op dat veel van wat ze vroeger leerden ergens ligt opgeslagen op hun harde schijf en op een bepaald moment weer dat laatje opengaat waar de informatie bewaard ligt. In elk geval wens ik ze dat toe want uiteindelijk maakt de natuur een mens rijker dan een iPad. Daarvan ben ik overtuigd. Als ik weer eens langs die bosplasjes loop, denk ik vaak terug aan die tijd die alweer zo ver in het verleden ligt. Wie weet komen er straks weer een paar achterkleinkinderen die graag mee willen het bos in! De tijd gaat immers voorbij als een versneld afgedraaide film. Kon ik de rem er maar opzetten!

Zondag komen ze weer bij ons en als het mooi weer is ga ik ze voorstellen om samen weer eens het bos in te duiken!

Maart 2014

1 opmerking:

Annemarie zei

Ach, hoe herkenbaar....
Helemaal zoals ook ik het ervaar.
Dank je, leuke column.

Een reactie posten